Press releases

The latest press releases about Elsman International Consultants.

30 October 2025
Net als in heel Nederland verliest de PVV ook in tuinbouwgemeentes fors terrein, maar blijft er wel de grootste. En net als in heel Nederland winnen JA21 en FvD ook in de tuinbouwgemeentes net iets meer dan dat de PVV verliest. De voorkeuren in de gemeenten met kassen en open teelten zijn sinds de Tweede Kamerverkiezingen van twee jaar geleden niet radicaal veranderd. In 2023 was het zo dat in Zuid-Holland-Zuid, Noord-Holland-Noord, West-Brabant en de zandgronden van Oost-Brabant en Noord-Limburg rechtse stemmers massaal naar PVV stroomden. Dat ging toen ten koste van VVD, Forum en JA21. Nu pakt met name die laatste partij net als in heel Nederland die procenten meer dan terug. Ook Forum herwint terrein, zij het op iets bescheidener schaal. De V VD pakt soms een héél klein plusje, maar vaker een klein minnetje ten opzichte van 2023. CDA en JA21 winnen terrein in Westland In de grootste tuinbouwgemeente van Nederland levert de VVD 3 procentpunten in om op 19,2% van de stemmen uit te komen. Dat is een tweede plek achter de PVV, dat 21,2% haalt waar dat in 2023 nog 32,7% was. Het CDA pakt plek 3 met 16,3%, een winst van ruim 10 procentpunt. JA21 is hier opvallend populair met 10,1% van de stemmen, 2 of 3 procentpunten meer dan in alle andere tuinbouwgemeentes. Zo’n zelfde top 3 is te zien in Emmen, Hoeksche Waard, het Betuwse West Maas en Waal en het West-Brabantse Steenbergen en Zundert. Dat tekent vooral de wederopstanding van het CDA, ooit dé veilige politieke haven voor alle boeren en tuinders. Steenbergen blijft met 28,7% voor de PVV hét tuinbouwbolwerk van Wilders. D66 in tuinbouwgemeenten vaak in top 3 Uiteraard wint D66 ook in tuinbouwgemeentes terrein. In de fruitgemeentes Over Betuwe en Lingewaard wordt de partij van Rob Jetten zelfs de grootste, in beide gemeentes gevolgd door VVD op 2 en PVV op 3. D66 weet een tweede plek te bemachtigen in de Zuid-Hollandse glastuinbouwgemeenten Lansingerland en Midden Delfland. Maar het vaakst eindigt Jetten op plek 3 na PVV en VVD. Zo’n erepodium is te zien in Hollands Kroon (Agriport A7), Voorne-Putten, Drimmelen (Made), fruitteeltgemeente Buren en vollegrondsgemeentes Stedebroec (NH) en Meijerijstad (NB). BBB en tuinbouw gaan moeilijk samen Voor de BBB blijft het mager in de tuinbouwgemeenten. In 2023 bleef Caroline van der Plas al meestal steken tussen 3 en 7%, met alleen in Hollands Kroon (veel glas én veel vollegrond en akkerbouw) meer dan 10%. Daar is het nu nog 7,8%, waar de rest van de tuinbouw het nu houdt op anderhalf tot 4 %. In Hollands Kroon is ook het resultaat van Forum met 7,3% opvallend.he body content of your post goes here. Bron: Gfactueel #glastuinbouw #politiek #verkiezingen #verkiezingsuitslag #tuinbouwgemeentes
23 October 2025
De verkiezingen voor de Tweede Kamer komen eraan. De standpunten van de partijen over tuinbouw zijn in twee jaar tijd niet wezenlijk veranderd. Toch zetten we op een rijtje wat naar voren komt in debatten, interviews en de Boerderij Kieswijzer die ook van enkele tuinbouwvragen is voorzien. Daar zitten soms verrassende uitspraken tussen. De 27 partijen die meedoen aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 29 oktober hebben bij elkaar bijna 1.200 kandidaat-Kamerleden op hun kieslijsten staan. Zij reizen stad en land af om de standpunten van hun partijen aan de man te brengen. De landbouwwoordvoerders van partijen klommen zelfs achter het stuur van de Stemmentrekker van Boerderij. Van der Plas weer op de trekker Dat deed ook Caroline van der Plas. De BBB-voorvrouw haalde twee verkiezingen geleden toen verrassend voor het eerst een zetel. Daarvoor kwam ze toen per trekker naar het Binnenhof. Behalve over veehouderij en stikstof bevroegen we haar over de tuinbouw. “BBB heeft zich in het kabinet ingezet om tuinders te beschermen tegen stijgende energiekosten. We hebben hard gestreden en kunnen regelen dat de glastuinbouw volledige compensatie krijgt voor de verplichte deelname aan ETS2 en de verplichte groengasbijmenging”, zegt Van der Plas. Wat betreft arbeid stelt de BBB-lijsttrekker dat voedselzekerheid prioriteit nummer één is. “Nederland kan op een kleine oppervlakte veel gezond en duurzaam voedsel produceren, mede dankzij de glastuinbouw. Om dat te kunnen blijven doen, moet de tuinbouw gebruik kunnen blijven maken van arbeidsmigranten.” BBB bekritiseert de gedachte van politieke tegenstanders dat de Nederlandse economie beter af zou zijn zonder de tuinbouw en zijn grote arbeidsbehoefte, vooral omdat de glastuinbouw een van de meest duurzame sectoren is. Ten aanzien van gezonde voeding en de preventie van welvaartsziekten, ziet BBB de oplossing vooral in voorlichting en educatie. Hoewel ze voorstander zijn van en voorgestemd hebben op 0% btw op groente en fruit, ziet Van der Plas ook dat het een dure en lastig uitvoerbare maatregel zou zijn. “In plaats daarvan wil BBB supermarkten proberen te bewegen om de kosten voor de consument zo laag mogelijk te houden, zonder dat de boer daar nadeel van ondervindt.” CU en SGP achter glastuinbouw Op het vlak van de extra energiekosten voor tuinders, waar een ander ministerie dan LVVN over gaat, hebben vooral de kleine christelijke partijen zich als boezemvriend van de tuinbouw opgeworpen. Pieter Grinwis van de ChristenUnie (CU) en André Flach van de SGP kwamen met een Kamermotie tegen ETS2 en de groengasbijmenging. Net als overigens vrijwel alle andere Kamerfracties, is SGP ervan doordrongen dat de glastuinbouw ‘een cruciale rol in het stabiel houden van het energienet’ heeft, aldus Flach. “Energiemaatschappijen ontdekken dit belang. Laten we daarom zuinig zijn op het feit dat de tuinders deze rol vervullen. De glastuinbouw heeft zich zelf al een behoorlijk scherpe energiedoelstelling opgelegd.” Wat betreft arbeidsmigratie en werkgelegenheid ziet Flach de noodzaak dat het migratiesaldo naar beneden moet. Daarom zou de overheid moeten stimuleren dat innovatie, zoals de inzet van plukrobots, doorgaat. SGP wil echter geen acute rem zetten op arbeidsmigranten voor de tuinbouw. In plaats daarvan bepleit Flach dat er eerst kritisch moet worden gekeken naar het bijbouwen van distributiecentra, waar volgens hem helemaal geen mensen voor zijn. GL-PvdA: ‘geschokt hoe ongezond’ Namens GroenLinks-PvdA ziet Laura Bromet robotisering als essentieel en ontzettend belangrijk. Dat zal dan ook worden gestimuleerd in het verkiezingsprogramma. Deze nadruk op automatisering gaat hand in hand met de aanpak van de problematiek rond arbeidsmigranten. “Nederland heeft een probleem met de draagkracht van voorzieningen door de aanwezigheid van een groot aantal migranten. Onze focus ligt op het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van arbeidsmigranten, die nu vaak tegen heel lage lonen werken in slechte omstandigheden.” Bromet ziet een rol voor de overheid weggelegd in het stimuleren van zaken als duurzame energie (“geothermie voor de glastuinbouw en voorhuishoudens komt nog onvoldoende van de grond”), maar ook van betere beschikbaarheid van gezond voedsel. “Ik ben geschokt wanneer ik in de supermarkt producten zie die weliswaar met moeite geproduceerd zijn, maar die niets bijdragen aan de menselijke gezondheid.” Oplossingen ziet Bromet in onderwijs en voorlichting en het inzetten van prijsmaatregelen, zoals subsidies voor gezonde producten en belastingen op ongezonde producten. VVD tegen direct prijsbeleid Wat betreft gezonde voeding en preventie hanteert de VVD het gekende liberale standpunt dat mensen eigen keuzes moeten maken als ze in de supermarkt staan. De nadruk ligt volgens zittend VVD-Kamerlid Wim Meulenkamp op educatie en voorlichting, zodat mensen al op jonge leeftijd, bijvoorbeeld op de basisschool, meekrijgen wat gezond en ongezond is. Hoewel hij de maatschappelijke vraag erkent om gezonder te worden en obesitas tegen te gaan, is de VVD tegen direct prijsbeleid. Kies mee met partijen in de Kieswijzer Uit de Kieswijzer van Boerderij blijkt dat de VVD het wel eens is met de fiscale voordelen die de glastuinbouw heeft op energiegebied. Meulenkamp: “Onze glastuinbouw loopt voorop in de wereld en is van de hoogste kwaliteit. We onderschrijven de ambities van de sector om te komen tot een klimaatneutrale glastuinbouw, waarbij het convenant leidend is. Fiscale voordelen kunnen daarbij helpen.” Sinds het rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 is er discussie over wat voor land en economie Nederland moet zijn. Daarmee wordt ook de discussie gevoerd over wat voor land- en tuinbouwbedrijven we in de toekomst nog willen. Links tot en met de centrumrechtse NSC is het eens met overheidssturing op dit vlak. GL-PvdA stelt bijvoorbeeld minder lelieteelt en snijmais, en meer biologische land- en tuinbouw. PvdD stelt onomwonden: “De giftige sierteelt en de kunstmestindustrie worden afgebouwd.” SP: “Wij kiezen wij voor kleinschalige boeren boven de belangen van agroreuzen.” CDA en BBB zijn het daarmee oneens. VVD reageert neutraal op deze stelling. “De VVD is een liberale partij en is dus geen voorstander van een actieve overheidsbemoeienis in de economie.” Echter, “het is in sommige gevallen te billijken dat de overheid als marktmeester optreedt”. Over één ding zijn alle partijen het eens Met de stelling in de Kieswijzer dat de overheid moet zorgen dat boeren en tuinders geld verdienen aan natuur- en landschapsbeheer zijn alle partijen het eens. Zelfs Forum voor Democratie (FvD), dat het met de meeste stellingen waarin sprake is van overheidsbemoeienis ‘geheel oneens’ is, is hiervan voorstander. FvD is het wel ‘geheel eens’ met inperking van de komst van arbeidsmigranten. “Massa-immigratie drukt lonen en leidt tot sociale problemen. Geef eerst Nederlanders kansen in de land- en tuinbouw.” De arbeidsmigrantenstelling van de Kieswijzer levert overigens verschillende standpunten met wisselende onderbouwingen op. BBB is geheel oneens, want: “De land- en tuinbouw kan niet zonder arbeidsmigranten. Zij zijn onmisbaar voor het oogsten en verwerken van producten. Wel moeten er duidelijke regels zijn voor fatsoenlijk loon, goede huisvesting en voorkomen van misstanden.” VVD, CDA en ChristenUnie, maar ook GL-PvdA en PvdD zijn ‘eens’. VVD: “Wij erkennen het belang van arbeidsmigratie voor de land- en tuinbouw. Wel wil de VVD grip op arbeidsmigratie en beter kiezen welke migranten we nodig hebben.” CU: “De groei van laagbetaalde arbeid en het aanbod van arbeidsmigranten remt innovatie en robotisering en legt een te grote druk op voorzieningen die schaars zijn. Tegelijk moet beperking geleidelijk en verstandig gebeuren, zodat een sector als de glastuinbouw het leven niet onmogelijk wordt gemaakt.” D66 (‘neutraal’ in deze stelling) zet ook in op innovatie om Nederland en de bedrijven minder afhankelijk te maken van arbeidsmigranten. PVV moeilijk te peilen Wat de PVV vindt, dat blijft raden. De partij schuift niet aan in specifieke land- en tuinbouwdebatten en deed ook niet mee met de Kieswijzer. Wie het PVV-programma erbij pakt, die ziet vriendelijke woorden over boeren en tuinders in zijn algemeen. De partij pleit voor een keurmerk Promotie van Vaderlands Voedsel (jawel, PVV) voor producten van eigen bodem. En de PVV wil vrije verkoop voor boerderijwinkels zonder onnodige regeldruk, registraties en btw-heffingen. Bron: Gfactueel #glastuinbouw #energie #arbeidsmigranten #robotisering #voedselzekerheid #gezondevoeding #ets2 #groengas #verkiezingen #tweedekamer .
16 October 2025
Sommige biologische en duurzame groenten- en fruitsoorten zijn verliesgevend voor supermarkten. Toch blijkt uit de Agro-Nutri Monitor niet direct een scheve margeverdeling. In opdracht van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) onderzocht Wageningen Social & Economic Research verkoop- en prijsgegevens tot 2024. De onderzoekers stellen in de Agro-Nutri Monitor 2025 dat supermarkten meer verlies maken op appels met een duurzaamheidskeurmerk als PlanetProof (-4% nettomarge) dan op biologische appels (-2% nettomarge). Bij sperziebonen is de nettomarge -6% voor product met een duurzaam keurmerk (als PlanetProof) en -25% voor biologische bonen. Op biologische tomaat verliest de supermarkt gemiddeld 1%. Een tomaat met een ander duurzaamheidskeurmerk levert een marge van 1% op. De nettomarge voor telers van deze producten konden de onderzoekers niet berekenen. Bij bewerkte producten als biologische appelsap (7%) en verwerkte sperziebonen (17%) maken supermarkten wel winst. Ruimte voor meerprijs? De cijfers zijn opvallend. Over de meerprijs voor PlanetProof loopt al enige tijd een discussie. Veel telers vinden dat ze nu niet worden gecompenseerd voor hun meerkosten. Uit deze gegevens zou je kunnen opmaken dat er weinig ruimte is voor een vergoeding van supermarkten. Een verklaring voor de uitkomsten van duurzame keurmerken kan zijn dat bij de margeberekening ook Beter voor Natuur en Boer is meegenomen. Daarvoor wordt een volledige meerprijs betaald. Volgens Albert Heijn wordt deze niet doorberekend aan klanten. Een andere verklaring is het type product voor dit onderzoek. Tomaat, appel en sperziebonen zijn mogelijk geen gemiddelde AGF-producten. Bij tomaat en appel wordt de prijs laag gehouden, omdat het klantentrekkers zijn. Bij sperziebonen is relatief veel uitval, maar een winkelketen moet ze wel in het assortiment houden. De onderzoekers zien dat bij de tuinbouwproducten in dit onderzoek circa de helft van de verkoopprijs aan telers wordt betaald. Supermarkten houden een derde en de rest is voor de groothandel. De kosten zorgen ervoor dat supermarkten er dus geen winst op maken. ACM concludeert dat voor een deel van de biologische telers (zuivel, vlees en akkerbouw) de rentabiliteit is afgenomen. Dat is voor AGF-producten niet geconstateerd. De autoriteit doet een aantal aanbevelingen om de positie van telers te versterken. De meeste aanbevelingen deed ACM al eerder, zoals de btw-verlaging voor biologische producten. Daarbij komt nu ook de mogelijkheid voor afzetorganisaties om krachten te bundelen in een unie, een Tupo. Eerder werd bekend dat The Greenery en BelOrta in zo’n samenwerking stappen. Ze richtten een organisatie op voor die internationale samenwerking. FreshAlliance heet de organisatie die de Vlaamse overheid moet erkennen als een transnationale unie van producentenorganisaties (Tupo). BelOrta zit zelf in een unie met andere Belgische veilingen voor bemiddeling (Lava). Het is daarbij te verwachten dat beide organisaties hun eigen afzet houden. De telers van The Greenery hebben net een nieuw verkoopbijdragemodel met volledige transparantie in kosten. Appelexport daalt; loont schaalvergroting? Het resultaat van kleine appelbedrijven ligt €0,05 per kilo boven dat van grote bedrijven. Uit de berekening voor de Agro-Nutri Monitor blijkt dat grote bedrijven naar verhouding meer kosten aan personeel maken. Dat scheelt €0,06 per kilo. Ditzelfde geldt ook voor overige kosten. Grote bedrijven behalen wel schaalvoordelen op berekende arbeid en rente en hebben ook een hogere opbrengst. Dat maakt de kostenvoordelen van kleine bedrijven echter niet goed. In een enquête blijkt dat telers die via een veiling of telersvereniging hun appels afzetten vaker vinden dat zij geen hogere prijs voor appels onder keurmerk ontvangen. Bij de groothandel en overige kanalen (supermarkten, verwerking) geven zij vaker aan een meerprijs te krijgen, al is het aantal telers in de enquête klein. Duurzame appels goedkoper dan import De consument betaalt voor biologische appels een meerprijs van 66%. Voor appels met een duurzaamheidskeurmerk betaalt de consument geen meerprijs. Deze zijn 12% goedkoper dan gangbare. Vaak gaat dat om import. De standaard Nederlandse appels (Elstar, Jonagold) worden relatief goedkoop verkocht, ook om klanten te trekken. In de afgelopen drie jaar steeg de kostprijs voor biologische verse appels met zo’n €0,25 per kilo en die van reguliere appels met €0,13 per kilo. De consumentenprijzen van appels blijven relatief laag in de inflatiegolf, maar stegen wel in 2024. Hoe zit appelmarkt eruit? Nederland telde in 2024 zo’n 930 appeltelers, waarvan er 76 biologisch teelden (8,2%). Het biologisch areaal is 5,1% (270 van 5.300 hectare). In 2024 had circa een derde van de Nederlandse telers een On the way to PlanetProof-keurmerk (3.264 hectare) en 61 telers een Beter voor Natuur en Boer-keurmerk. De export van verse appels is in de periode 2020-2023 afgenomen van €285 miljoen tot €225 miljoen, voornamelijk re-export. Bijna alle in Nederland geteelde appels worden op de Nederlandse afzetmarkt verkocht. Concentratie tomatenmarkt valt op Nederland telde in 2024 nog 220 tomatenbedrijven in Nederland, zo staat in de Agro-Nutri Monitor 2025. Daarvan hebben 92 bedrijven het On the Way to PlanetProof-keurmerk. Het marktaandeel van de grootste vier bedrijven in de productie is door fusies sterk toegenomen, van circa 25% in 2020 tot 37% nu. In dat jaar fuseerden twee van de grootste teeltbedrijven: Agro Care en Combivliet in Middenmeer. Zij hebben samen circa 500 hectare tomaten. De concentratie bij telersverenigingen is groot en stabiel. De vier grootste telersverenigingen vertegenwoordigen circa 70% van het areaal. Dat zijn Harvest House, Oxin Growers, Growers United en The Greenery. Er zijn 15 tot 20 bedrijven die leveren aan de Nederlandse supermarktketens. Dit zijn groothandelaren, telersverenigingen of soms telers. Lees ook: Top 10 tomatenbedrijven beteelt helft van areaal Nederland De tomatenproductie in Nederland kromp tussen 2020 en 2023 van 910 miljoen kilo naar 726 kilo per jaar. In 2024 groeide de productie tot 829 miljoen kilo, dankzij normalisering van de gasprijs. Het areaal tomaten in Nederland bestaat voor 53% uit trostomaten, voor 28% uit cherrytomaten en voor 19% uit losse tomaten. De importwaarde van tomaten is in de periode 2020 tot 2024 toegenomen van bijna €300 miljoen tot bijna €500 miljoen. Het areaal biologische tomaten (23 hectare) is beperkt en krimpt. 37 gemiddeld kleine bedrijven telen biologisch. De productie hiervan was circa 7,6 miljoen kilo in 2024, circa een kwart minder dan in 2020. Eisen dominanter, prijzen lopen op Bedrijven zien duurzaamheidskeurmerken niet meer als echte instrumenten voor verduurzaming, maar als ‘license to deliver’ en als administratieve rompslomp. Wettelijke eisen en convenanten zijn een grotere motor voor verduurzaming zoals de Kaderrichtlijn Water, energieneutraal telen per 2040 en chemievrije teelt. Bij dat laatste doel zet ook de sector zelf flinke stappen. In 2024 ontvingen tomatentelers die produceerden voor het programma Beter voor Natuur en Boer €0,01 per kilo als vergoeding voor de meerkosten. Telers met een On the way to PlanetProof-keurmerk overwegen te stoppen met het keurmerk, tenzij ze een vergoeding voor de meerkosten krijgen. De nettomarge op gangbare tomaten voor telers en de supermarkt is relatief groot. De onderzoekers noemen de merktomaten gangbaar, omdat supermarkten die zonder duurzaamheidskeurmerk met een hoge nettomarge verkopen. De consumentenprijs van tomaten met een keurmerk (niet bio) is in de periode 2021 tot 2024 toegenomen van € 2,80 tot € 3,90 per kilo. Dat is een stijging van €1,10 per kilo. De prijs van biologische tomaten is met €0,30 per kilo toegenomen en die van gangbare tomaten met €0,55 per kilo, blijkt uit het onderzoek voor de Agro-Nutri Monitor. Daarmee is de prijsafstand tot biologische tomaten verkleind. Markt sperziebonen groeit In 2024 bedroeg de import van verse bonen € 150 miljoen en de export € 100 miljoen. In tien jaar is de markt bijna verdubbeld met meer grote spelers op die markt. Een aantal telers heeft belangen in Zuid-Europese bedrijven om zo jaarrond te kunnen leveren en kennis te delen. De Nederlandse klant koopt naar schatting voor € 75 miljoen aan verse sperziebonen bij de supermarkt, waarvan 1% biologisch en 24% met een duurzaam keurmerk. Consumenten geven € 25 miljoen per jaar uit aan verwerkte sperziebonen. De markt voor verse biologische Nederlandse sperziebonen staat onder druk, omdat klanten die zuiniger zijn met uitgaven door inflatie en het grote aanbod. Ook op de exportmarkt speelt dit en is de concurrentie toegenomen. In 2024 produceerden telers meer sperziebonen dankzij goede teeltomstandigheden. Ook bouwden verwerkers meer voorraad op. Dat leidde in 2025 tot een correctie in prijs en volume. De inkoopprijs van sperziebonen met een keurmerk is €0,40 lager dan voor gangbare bonen. Sperziebonen met een keurmerk komen tijdens het hoogseizoen uit Nederland, gangbare komen het gehele jaar uit het buitenland. Het onderscheid tussen biologische sperziebonen en bonen met een keurmerk wordt kleiner dankzij duurzamere teeltwijzen en middelen. Hoe ziet sperziebonenmarkt eruit? 650 tuinders verbouwen sperziebonen in de open grond. Zij telen op in totaal 4.420 hectare. Sinds 2015 verdubbelde het aantal telers en het areaal. Er zijn meer telers gecertificeerd voor biologisch (94 telers) dan voor keurmerken als PlanetProof (27 telers) of Beter voor Natuur en Boer (8 telers). 10 tot 15 Nederlandse, Belgische, Duitse en Franse bedrijven leveren verwerkte sperziebonen aan Nederlandse supermarkten. De vier grootste hebben een marktaandeel van meer dan 90%. Areaal en productie nemen toe, omdat veehouders gesubsidieerd omschakelen naar vollegrondgroenteteelt. Bron: Gfactueel https://www.gfactueel.nl/marge-onderzoek-agro-nutri-monitor-wat-kunnen-telers-ermee/ #AgroNutriMonitor #DuurzameLandbouw #PlanetProof #Biologisch #Voedselketen #Supermarkten #Telers #Landbouw #Voedseltransitie #Agf #Tomaten #Appels #Sperziebonen #WageningenUR #ACM #Duurzaamheid #Boeren #Retail #KetenTransparantie #Meerprijs
2 October 2025
Arbeidsmigranten zijn vaker betrokken bij ongelukken en er is te weinig aandacht voor hun veiligheid. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV). Peter Tamsma, manager preventieadvies bij Stigas, plaatst enkele kanttekeningen bij de conclusies. “Het kan natuurlijk altijd beter. Zolang er veel ongevallen gebeuren, is er te weinig aandacht, ongeacht of het vaste medewerkers of arbeidsmigranten zijn.” Aandacht voor veiligheid op de werkvloer verschilt sterk van werkgever tot werkgever. Stigasmedewerkers die ondernemers en werknemers helpen om veilig, gezond en vitaal te werken, merken dat werkgevers zelf soms denken dat ze werknemers, Nederlander of arbeidsmigrant, goed instrueren voor hun werkzaamheden. Bij navraag bij werknemers blijkt dat regelmatig niet te kloppen. Rekening houden met cultuurverschillen Dat arbeidsmigranten meer dan Nederlandse werknemers behoefte hebben aan heldere en duidelijke voorlichting en instructies, vindt Tamsma een open deur. Checken of ze het begrepen hebben of alleen maar uit beleefdheid ’ja’ hebben gezegd, is volgens hem eveneens geen overbodige luxe. “Bij arbeidsmigranten is het belangrijk om rekening te houden met cultuurverschillen en bijvoorbeeld veiligheidsperceptie. Verder is het enorm belangrijk om extra aandacht aan de communicatie te besteden als er meerdere groepen arbeidsmigranten met een verschillende achtergrond op het bedrijf werken. Een misverstand is zo ontstaan. Niet elk misverstand heeft weliswaar consequenties, maar een ongeluk zit in een klein hoekje”, weet Tamsma. ‘Er zijn altijd zwarte schapen’ In het rapport ‘Werkgerelateerde veiligheid van arbeidsmigranten in Nederland’ benoemt de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) de land- en tuinbouw, de bouw, de logistiek en de vleesverwerkende industrie als aandachtssectoren. Het beeld dat Tamsma heeft, is dat de situatie in de glastuinbouw beter is dan in andere genoemde sectoren. “Er zullen altijd zwarte schapen zijn die de boel verpesten voor de rest van de sector. En creatievelingen die gekke dingen bedenken die collega’s dan overnemen omdat het een goed idee lijkt, maar het niet is.” Meer betrokkenheid en minder wisselingen De OVV stelt dat minder ongelukken zullen zijn als arbeidsmigranten in vaste dienst worden genomen. Dat gaat beperkt op, stelt Tamsma. “Arbeidsmigranten in vaste dienst nemen, leidt misschien tot iets meer betrokkenheid en daardoor tot iets nauwkeuriger werken. Vast werk houdt ook vaak minder wisselingen in, waardoor meer ervaren werknemers en ervaren teams ontstaan. Echter, als het werk hetzelfde blijft en niet veiliger wordt gemaakt, zal het weinig invloed hebben op de ongevallencijfers.” Ook de OVV-suggestie om desnoods een verbod op flexibel werk in die sectoren met de hardnekkigste problemen, nuanceert de manager preventieadvies. “Dat lijkt me niet zozeer een arboprobleem. Over het algemeen geldt natuurlijk wel dat er draagvlak moet zijn voor regelgeving. En als dan strengere regels worden afgesproken, moeten ze ook gehandhaafd worden. Anders gaat iedereen over tot de orde van de dag.” In zijn rapport komt de OVV tot zeven conclusies. Tamsma voorziet ze van commentaar. 1. Arbeidsmigranten worden veelal ingehuurd voor risicovol werk. “Dat zal kloppen. Arbeidsmigranten worden natuurlijk vaak ingehuurd als handjes, al dan niet aan machines. Dan spelen al snel aspecten als machineveiligheid en fysieke belasting.” 2. Arbeidsmigranten hebben te maken met risicoverhogende factoren. “Dat klopt. Onervarenheid en het niet goed begrijpen van instructies, verhogen het risico. Dat verdwijnt uiteraard als je maar lang genoeg werkt.” 3. Werkgevers bieden structureel werk veelal tijdelijk aan. “Dat kan ik moeilijk beoordelen. In agrarische en groene sectoren heb je natuurlijk ook veel werk wat seizoensgebonden is en altijd al tijdelijk werk geweest is. Al wordt tijdelijk in de glastuinbouw met de moderne kassen natuurlijk steeds langer. Ik hoor van onze adviseurs ook dat er een trend gaande is dat bedrijven vaker personeel vast in dienst nemen om ze meer aan hun bedrijf te binden.” 4. Wet- en regelgeving richt zich op vaste arbeidsrelaties. “Ja en nee. De arbowetgeving maakt eigenlijk geen onderscheid in soorten werknemers. Als sprake is van werken onder gezag is de arbowet van toepassing, ongeacht of het om een vaste medewerker, uitzendkracht, arbeidsmigrant of stagiaire gaat. En al dan niet betaald werk. De arbowetgeving eist zelfs dat extra aandacht wordt besteed aan zogenaamde bijzondere werknemerscategorieën die extra risico’s lopen zoals zwangeren, ouderen, maar ook anderstaligen. Dus nee. Aan de andere kant zie je dat normen vaak gebaseerd zijn op 40 uur in de week en 52 weken per jaar (minus vakantie) dezelfde werkzaamheden. Wat moet die werkgever dan die, om z’n vaste werknemers te ontlasten, uitzendkrachten inhuurt voor fysiek belastend werk? Hij heeft weinig invloed op de activiteiten die ze voor die tijd of na die tijd hebben gedaan.” 5. Toezicht houdt geen rekening met specifieke risico’s voor arbeidsmigranten. “Ik neem aan dat hier de arbeidsinspectie wordt bedoeld. Zoals hierboven gezegd is de wetgeving niet verschillend. Als er aanleiding voor is, bijvoorbeeld na een ongeval, zal de Nederlandse Arbeidsinspectie daar zeker aandacht aan besteden.” 5. Arbeidsmigranten zijn buiten beeld. “Ik zou bijna zeggen als ze buiten beeld zijn, dan zijn ze goed geïntegreerd. En als ze worden uitgebuit, zijn ze goed in beeld bij de werkgever. Uiteraard zijn er echter altijd bedrijven die er een potje van maken. Mijn beeld is dat de houding van jaren geleden (’dan trekken we wel een nieuw blik Polen open’) is gedraaid. Veel werkgevers realiseren zich dat ook arbeidsmigranten schaars zijn of schaars worden. Het is daarom belangrijk ze goed aan het bedrijf te binden.” 6. Arbeidsmigranten hebben geen garantie op zorg en hulp na een ongeval. “Ik hoor dat in onze sectoren arbeidsmigranten allemaal netjes en goed verzekerd zijn, om die garantie op zorg goed te kunnen garanderen.” Bron: Gfactueel ##arbeidsmigranten #werkveiligheid #voorkomongevallen #arboveiligheid #cultuurverschillen #glastuinbouw #bouwsector #logistiek
by Belinda Zalm 25 September 2025
De verkoop van (vollegronds)tuinbouwbedrijven blijft achter in het eerste kwartaal van 2025, maar wordt mogelijk worden ingehaald in de tweede helft van het jaar. In de afgelopen vijf jaar werden gemiddeld 12 tuinbouwbedrijven per jaar verkocht, blijkt uit de Vastgoedmarkt in beeld van NVM-Makelaars. In het eerste halfjaar staat de teller pas op drie verkopen en zijn er negen nieuwe tuinbouwbedrijven te koop gezet. In totaal staan nu veertien bedrijven in de verkoop. Naast groenten– en fruitbedrijven kunnen dit ook bollenbedrijven zijn of boomkwekerijen. Vraag zal aantrekken voor goede bedrijven Toch stelt NVM makelaars dat de verkoopbaarheid van tuinbouwbedrijven goed is met een rapportcijfer 8. “Dit toont aan dat er veel belangstelling is voor goede bedrijven. Daarom verwachten we dat het aantal verkopen in de tweede helft van 2025 een inhaalslag zal maken. De goede oogsten en opbrengsten tot medio 2025 dragen daar zeker aan bij, ook in de fruitteelt.” Grondprijs door grens van €90.000 Sterke resultaten bij veel teelten betekenen bovendien een stimulans voor de grondprijs. Voor bouwland lijkt de gemiddelde prijs in Nederland te stabiliseren op circa €100.000 per hectare. Met een gemiddelde van €91.100 per hectare is de gemiddelde prijs van agrarische grond (weiland en bouwland) voor het eerst boven de grens van €90.000 per hectare gekomen. Tuinbouw vraagt veel grond, maar de bedrijven in deze sector zijn kwetsbaarder voor weersextremen dan andere agrarische takken. Dat maakt beschikbaarheid van water een belangrijke factor bij aankoop. Daardoor investeren bedrijven in nieuwe teeltmethoden zoals tunnelbouw en precisielandbouw, maar ook in het efficiënter omgaan met water en energie. Bron: Gfactueel #tuinbouwbedrijven #vastgoed ##Tuinbouw #AgriBusiness #Grondprijs #Bedrijfsovername #Precisielandbouw #Waterbeheer
by Belinda Zalm 18 September 2025
Vlak voordat het kabinet de voorwaarden voor verduurzamingsmaatregelen presenteert, geeft Glastuinbouw Nederland aan er weinig vertrouwen in te hebben. De beloofde compensatie is te weinig, te onzeker en te complex, stelt de brancheorganisatie. De glastuinbouw keek met vrees uit naar Prinsjesdag. Dan zou het kabinet meer duidelijk maken over de voorwaarden waaronder het ETS2 en de bijmengverplichting invoert in 2027. Dat zijn verduurzamingsmaatregelen die het kabinet tegen de zin van de sector in oplegt. Deze staan bovendien niet in het convenant glastuinbouw. Die duidelijkheid over de plannen kwam er niet op Prinsjesdag, maar de sector verwacht deze komende week. Cruciaal is namelijk een CO2-heffing. Tot de overheid de maatregelen in 2027 invoert, is er een CO2-systeem voor de glastuinbouw met een heffing die de sector op het spoor brengt van de emissiedoelen. Hier zit juist het pijnpunt, omdat een hoge CO2-heffting tot 2027 betekent dat compensatie voor bijvoorbeeld ETS2 lager uitvalt. “Vrijdag komt een rapport van Berenschot naar buiten met daarin de CO2-tarieven. We weten vrij weinig, maar tuinders horen dan hoeveel meer zij moeten betalen. In de loop van volgende week verwachten we de Kamerbrief met de voorwaarden”, laat Glastuinbouw Nederland weten. Te weinig, te complex en onzeker De organisatie zegt nog steeds in gesprek te zijn, maar in het bericht na Prinsjesdag spreekt er weinig vertrouwen uit dat het kabinet de glastuinbouw volledig compenseert voor ETS2 en de groen gas bijmengverplichting. Veel pijn zal namelijk zitten in een verhoogde CO2-heffing tot die tijd. Voorzitter van Glastuinbouw Nederland Adri Bom-Lemstra noemt de voorstellen die ze heeft gezien ‘te weinig, te onzeker en te complex’. Daarnaast wijst de voorzitter erop dat veel telers de komende jaren helemaal niet kunnen verduurzamen. De investeringscapaciteit verdampt door hogere energielasten, maar er zijn ook externe zaken. “Vanwege netcongestie, het aanhoudende stikstofprobleem en het wegvallen van CO2 uit de industrie voor gebruik in kassen voor de plantengroei, dwingt dit kabinet telers fossiele brandstoffen te blijven gebruiken.” Glastuinbouw is ver af van emissiedoel Dat de glastuinbouw het emissiedoel voor 2030 van 4,3 Mton CO2 haalt, wordt geschat op 15%, blijkt uit berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in het rapport KEV 2025. Dat is iets hoger dan in de vorige schatting, maar nog steeds laag. Positief is dat de glastuinbouw de warmtepompen omarmt, concludeert PBL, terwijl juist de bouw van aardwarmte-installaties stroopt. De kans dat glastuinbouw het CO2-doel wel haalt voor 2030 wordt verhoogd naar 30%, als rekening wordt gehouden met nieuw beleid. Ook dat is onzeker doordat bijvoorbeeld recente areaalgroei niet meegenomen zijn en de toekomstige winstgevendheid van de WKK onduidelijk is. Bron: Gfactueel #Glastuinbouw #Verduurzaming #CO2Heffing #ETS2 #Prinsjesdag #Kabinet #Compensatie #Energietransitie #Netcongestie #Stikstof
by Belinda Zalm 4 September 2025
De toekomstige levering van CO2 aan de glastuinbouw is nog steeds onzeker. Gewijzigde wet- en regelgeving maakt levering gecompliceerd. Demissionair minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei ziet weinig mogelijkheden om dit te veranderen.
by Belinda Zalm 28 August 2025
Nederlandse boeren en tuinders zijn te klein én al te geavanceerd om grote stappen te kunnen maken met AI. Op mondiale schaal zijn het eerder de kleine bedrijven in bijvoorbeeld India die profiteren van AI, óf de hele grote bedrijven die veel meer hectares hebben dan ze op conventionele manier optimaal zouden kunnen managen. Tot die conclusie kwam het gisteren op een studiebijeenkomst van de Agri-AI Business Club in Wageningen. Anders dan bij voorgaande technologische revoluties in de land- en tuinbouw, die de vooraf al betere bedrijven een alleen nog maar grotere voorsprong gaven, kan de AI-revolutie juist het gat tussen de voorlopers en de achterblijvers kleiner maken. Feroz Sheikh, Chief Information and Data Officer van gewasbeschermings- en veredelingsbedrijf Syngenta, maakte dat inzichtelijk met de door Syngenta ontwikkelde app Cropwise. Miljoenenbereik AI-advies-app Deze gratis app voor iedereen met een smartphone heeft onder kleine akkerbouwers en groentetelers in India al een miljoenenbereik – wat ook niet zo moeilijk is gezien het duizelingwekkend aantal van meer dan 100 miljoen boeren in dit land met bijna 1,5 miljard inwoners. Elke teelttechnische vraag kan ingetikt of ingesproken worden in meer dan tien van de officieel in India gesproken talen, met eventueel foto’s van het gewas of van een plaag erbij. En de boer krijgt uiteraard ook weer in de eigen taal antwoord. “We hebben de app gebouwd als een neutrale AI-adviseur. Dus het antwoord zal niet per se een Syngenta-product adviseren”, zegt Sheikh. Ook in Nederland kunnen juist de kleinere bedrijven, waar een enkele ondernemer alleen zijn talrijke dagelijkse beslissingen moet nemen, extra geholpen zijn met dergelijke hulpmiddelen, schetst Aalt Dijkhuizen. Mits uiteraard ze goed zijn voorzien van accurate en actuele data rond teelt, weer en meer. De gewezen bestuursvoorzitter van Wageningen UR is samen met Cynthia Zhu, initiatiefnemer van de Agri-AI Business Club. Collectief naar schaalgrootte voor AI-voordelen Aan de andere kant van het spectrum staan zeer grote teeltbedrijven, die kunnen investeren in AI en ook genoeg omvang en data hebben om die AI-investering volop te laten renderen. Het teeltareaal dat nodig is om het verschil te maken, komt neer op alle akkerbouw in de provincie Flevoland, zegt Corné Kempenaar van de BO Akkerbouw. Een dergelijke hoeveelheid data verzamelen vereist een collectieve actie. En dat weer vereist vertrouwen in zorgvuldige opslag van en toegang tot die data dan tot nu toe aanwezig lijkt bij de individuele boeren en tuinders in Nederland. Kempenaar verwacht dat de nieuwe EU-regelgeving rond databescherming en de in december 2024 gelanceerde Nederlandse gedragscode voor datagebruik in agrifood dat vertrouwen een duwtje de goede richting in kan geven. Dat tot nu toe de inzet van AI op bedrijven voornamelijk beperkt blijft tot losstaande applicaties, zou een zorg moeten zijn voor álle boeren en tuinders. Daarom ziet Kempenaar een rol weggelegd voor juist een collectief werkende brancheorganisatie als BO Akkerbouw om tot meer samenhang te komen in de manier waarop AI in de Nederlandse agrarische ketens van veredeling tot en met afzet kan worden ingezet. Ogen op VS en China Aalt Dijkhuizen waarschuwt eveneens voor de achterstand die Nederland en Europa al oplopen bij de ontwikkeling van AI. “In losse toepassingen doen we wel het nodige. Maar in de ontwikkeling van AI-techniek is Amerika nummer 1 en China nummer 2. Europa ligt daar ver op achter.” Met leden van de business club, waaronder bedrijven in zaadveredeling, mechanisatie en afzet, is niet voor niets een studiereis naar China in voorbereiding. Bron: Gfactueel #AI #land- en tuinbouw #adviesapp #Cropwise #teeltbedrijven #databescherming
by Belinda Zalm 21 August 2025
De prijzen van vruchtgroenten (tomaat, komkommer, paprika) bereiken dit jaar niet het vijfjarige gemiddelde, maar zijn bij de meeste bedrijven wel voldoende voor dekking van de kosten. Dat heeft echter zeker nog niet geleid tot een opleving van de kassenbouw in Nederland, concludeert Rabobank. In een update. In andere gewassen zijn de prijzen beter. Vooral de prijsvorming van appels en peren was afgelopen seizoen goed aldus de bankanalisten. De productieniveaus in de boomgaard staan hier wel onder druk. Vergeleken met het vorige kwartaal lijkt vooral de berichtgeving uit de glasgroentesector nu iets gematigder. De gemiddelde prijs voor tomaat, paprika en komkommer ligt onder het niveau van 2024. Er lijken wel minder virusproblemen voor te komen in de teelt, doordat tomatenkwekers zijn overgeschakeld naar resistente rassen. Daarnaast hebben veel telers ook de wortelproblemen bij paprika overwonnen. De prijs van snijbloemen is op een goed niveau gebleven. Wel bleef het aanbod dit voorjaar wat achter. Dit is vooral het gevolg van een lagere aanvoer van tulpen door minder beschikbare bollen. De prijzen en aanvoervolumes van potplanten zijn redelijk stabiel gebleven. Nog steeds liggen daarbij de prijzen voor bladplanten in het standaardsegment onder de kostprijs. De totale exportwaarde van snijbloemen en potplanten in het eerste halfjaar van 2025 steeg volgens gegevens van Floridata met zo'n 2,7% ten opzichte van een jaar eerder. In de bloembollenteelt is de tulpenoogst goed en zijn de voorverkoopprijzen voor tulpenbollen ook weer bemoedigend. Tot en met juli 2025 zijn de groeicondities voor lelies prima. De pioenenoogst was goed, maar afhankelijk van de verkoopwijze van telers zijn er grote verschillen in resultaat. De telers met vaste contracten hadden veel minder last van prijsdruk. De markten voor narcis en calla staan wat onder druk. Kassenbouw in Nederland blijft nog op laag niveau Voor de Nederlandse toeleveringsbedrijven in de kassenbouw is de hele wereld afzetgebied. Dit bleek maar weer eens tijdens de GreenTech, de jaarlijkse beurs voor tuinbouwtechnologie in Amsterdam afgelopen juni. Daar kregen veel internationale delegaties allerlei programma's voorgeschoteld en meldden ze zich met veel enthousiasme bij de stands van de Nederlandse kassenbouwers en aanverwante bedrijven. Uit gesprekken met kassenbouwers en hun branche-organisatie (AVAG) blijkt altijd dat het van cruciaal belang is dat ook in Nederland nieuwbouwprojecten van de grond blijven komen. Zo kunnen nieuwe ontwikkelingen dicht bij de hoofdlocaties en kenniscentra van de Nederlandse kassenbouw worden getest en getoond. Toch is een sterke verbetering van de situatie in Nederland nog niet in zicht, constateert de bank als men kijkt naar de CBS-cijfers over orders, de orderportefeuille en de daadwerkelijk uitgevoerde projecten. De gemiddelde ontvangen Nederlandse orders bedroegen in de tien jaar van deze analyse 77,5 miljoen euro. De ontvangen orders (uit Nederland) liggen na het topjaar 2020 met 151 miljoen euro in de periode 2022-2024 onder het 10-jaars gemiddelde. Daarbij moeten we ook nog rekening houden met een aantal jaren met stevige inflatie, waardoor de oppervlakte die wordt gebouwd voor hetzelfde bedrag fors is gedaald. De kleine stijging in ontvangen (Nederlandse) orders van 53 miljoen euro in 2023 naar 68 miljoen euro in 2024 is een lichtpuntje, maar van een grote opleving is nog geen sprake. Snijbloemen uit Kenia steeds vaker niet meer via Nederland Nederland speelt wereldwijd nog steeds een belangrijke rol in het samenstellen van een groot assortiment snijbloemen. Vele Europese landen en landen op andere continenten transporteren snijbloemen via luchtvracht en soms zeevracht naar Nederland. Hier worden de bloemen dan samengevoegd met de Nederlandse productie om te komen tot een divers assortiment van monoboeketten en gemengde bloemstukken. Vooral Kenia en Ethiopië richtten zich voor de coronapandemie – wat betreft snijbloemen - nog hoofdzakelijk op de snijroos. Daarnaast hadden al veel leveranciers van uitgangsmateriaal voor chrysanten, perkplanten en diverse potplanten een vestiging in Oost-Afrika om te profiteren van een jaarrond gelijkmatige lichthoeveelheid en relatief goedkope arbeidskrachten voor de arbeidsintensieve werkzaamheden. Tijdens de coronapandemie is in Kenia echter het besef gegroeid dat de afhankelijkheid van één logistieke route naar de markt voor snijbloemen de gehele sector kwetsbaar maakt. Vandaar dat de bloemensector in Kenia (en Ethiopië) initiatieven ontplooit om de export over meer landen te verdelen. De exportwaarde van snijbloemen uit Kenia naar deze groep landen bleef stabiel op 440 miljoen Amerikaanse dollar. De exportwaarde van snijbloemen uit Kenia naar overige landen steeg in deze vier jaren van 142 miljoen naar 223 miljoen dollar. Kenia heeft in deze periode dus nieuwe logistieke routes aangeboord naar het Midden-Oosten en Kazachstan voor het alsmaar grotere aanbod van snijbloemen. Bron: Rabobank #vruchtgroenten #afzetgebied #kassenbouw #glasgroentesector #glastuinbouw
by Belinda Zalm 17 July 2025
Het kabinet is voornemens om per 2027 de glastuinbouw onder ETS2 en de bijmengverplichting groen gas te brengen. Vlak voor het zomerreces van de Tweede Kamer is op 3 juli een motie aangenomen waarin de regering wordt gevraagd de effectiviteit, doelmatigheid en economische impact van het verhogen van de CO2-heffing voor de glastuinbouw te onderzoeken. Een nieuw hoofdstuk in de discussie rond opname van de glastuinbouw in ETS-2 en de verplichting van bijmengen van groen gas. En de derde wending in ruim een week tijd. Toen het kabinet op 25 juni de CO2-heffing voor de industrie ook op aandringen van een Tweede Kamermeerderheid opschortte, zag de glastuinbouw haar kans schoon nogmaals aan te dringen op het niet opnemen van de sector in ETS-2 en de verplichting van bijmengen groen gas. Immers, deze maatregel leidt voor de glastuinbouw ook tot een vergelijkbare overbeprijzing als de zware industrie met een CO2-heffing. Dit terwijl de glastuinbouw in omringende concurrerende landen niet tegen zulke maatregelen aanloopt. Duitsland en België nemen de glastuinbouw niet op in ETS-2. “Wij prijzen ons in Europa daarmee volledig uit de markt”, stelt Adri Bom-Lemstra, voorzitter Glastuinbouw Nederland. In de aangekondigde compensatie na het besluit om de glastuinbouw op te nemen in ETS-2 en de bijmengverplichting groen gas heeft de sector nooit fiducie gehad. “Die blijkt in de praktijk te beperkt en te onzeker”, meent Bom-Lemstra. Hoop van korte duur De hoop op een koerswijziging was van korte duur toen Sophie Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (KGG), een dag later in een Kamerbrief de voor- en nadelen van ETS-2 opt-in glastuinbouw uit de doeken deed. Conclusie: een simpele verlaging van de energiebelasting ter compensatie voor invoering van ETS2 voor glastuinbouw is niet mogelijk. Dat zou de glastuinbouw veel meer geld dan nodig gaan kosten om de CO2-doelen te halen. Dat is niet volgens de afspraken in het Energieconvenant uit 2022. Er is nogmaals gekeken of er alternatieven zijn voor invoering van ETS-2, maar die zijn er echt niet. Op een uitzondering na, maar dan wordt de compensatie van de bedrijven opgebracht uit de KGG-begroting en die dekking is er niet. ETS-2 lijkt dus definitief te worden ingevoerd voor gebruik van aardgas in kassen. Licht aan einde tunnel De Tweede Kamer vraagt echter de regering de effectiviteit, doelmatigheid en economische impact van het verhogen van de CO2-heffing voor glastuinbouw te onderzoeken en hierover, inclusief over de mogelijkheid van alternatieve beleidsmaatregelen, te rapporteren aan de Tweede Kamer voorafgaand aan de behandeling van het Belastingplan. Het kabinet moet onderzoeken op welk niveau de ondergrens moet komen voor de compensatie die de glastuinbouw krijgt bij eventuele opname in ETS-2 en de bijmengverplichting groen gas. Ook moet het kabinet nagaan of ETS-2 en de bijmengverplichting de effectiefste maatregelen zijn voor de glastuinbouw om zijn klimaatdoelen te halen. Een motie met dit verzoek van ChristenUnie, SGP, BBB en VVD werd op 3 juli door een meerderheid gesteund. De indieners van de motie stellen dat de regering bij het verhogen van de CO2-heffing voor de glastuinbouw geen rekening heeft gehouden met de economische impact voor de sector. In een studie van BlueTerra waar de KGG-minister in haar evaluatie naar verwijst, wordt gewaarschuwd dat de energiekosten in Nederland voor tuinders significant hoger worden dan in omringende concurrerende landen. Uit de stukken die zijn aangereikt is voor hen niet duidelijk dat het verhogen van de CO2-heffing doelmatig of effectief is. Extra KasTopics Glastuinbouw Nederland is blij met deze nieuwe wending in dit complexe dossier, laat Jesse Schevel, Manager Strategy, Public & Government Affairs, op de website weten. Het was zelfs aanleiding voor een extra KasTopics van Bom-Lemstra: “Wij vinden dat de glastuinbouw moet worden uitgesloten van dergelijke nationale heffingen.” Het kabinet wil de sector pas compenseren voor extra lasten boven de heffing die de glastuinbouw zonder ETS-2 en bijmengverplichting zou moeten betalen via het CO2-sectorsysteem om zijn klimaatdoel te realiseren. Onlangs kondigde het kabinet aan die heffing op € 42,50 te leggen. Dat zou dan de ondergrens worden voor de compensatie voor deze maatregelen. Dit heffingsniveau is volgens de Kamer echter te hoog en ineffectief, waardoor de compensatie ontoereikend zou zijn. Tegelijkertijd loopt er nog een studie naar hoe hoog de compensatie precies moet uitpakken. Die heffing moet zo hoog zijn dat glastuinbouw het CO2-doel in 2030 haalt. Uit de laatste studies bleek dat glastuinbouw die doelstelling niet makkelijk haalt en dat een hogere CO2-heffing nodig is in 2027. De komende maanden wordt de tariefstudie voor de CO2-heffing afgerond, laat Hermans weten. In gesprek met sector Een andere motie omtrent het onderwerp werd verworpen. Daarin werd Hermans gevraagd de glastuinbouw pas op te nemen in de genoemde beleidsmaatregelen als hierover met de sector overeenstemming is bereikt. Een soortgelijke motie, die wél werd aangenomen door de Kamer, werd eerder dit jaar al ingediend. “Dus het kabinet zal toch in gesprek met ons moeten voordat er maatregelen kunnen worden ingevoerd”, aldus Bom-Lemstra. In komend gesprek sluit ze zelfs opname in het ETS-2 niet uit, maar dan op een totaal andere wijze. “Mogelijk is ETS-2 op de lange termijn een beter mechanisme dan het huidige CO2-sectorsysteem. Maar de politiek verbindt ETS-2 aan de bijmengverplichting groen gas. In plaats van deze prijsprikkel zie ik liever een positieve stimulans door middel van een subsidie voor groen gas.” Die optie suggereerde ze op het EnergiekEvent van 18 juni. Knopen doorhakken Op datzelfde event was nog de verwachting dat de val van het kabinet waarschijnlijk niets verandert aan het voornemen om de glastuinbouw onder de ETS-2 emissieregeling te laten vallen. Met de aangenomen motie op 3 juli en de eerdere aangenomen motie is dat dus nog maar de vraag. Hoe de soap na het zomerreces van de Tweede Kamer wordt opgepakt, is ongewis. Wellicht dat pas een nieuw kabinet knopen gaat doorhakken. Dan zijn de woorden van Marten van den Berg, directeur-generaal Agro van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedsel en Natuur, ook geuit tijdens het EnergiekEvent, geruststellend: “De ministeries van KGG en Financiën zullen bestuurlijke afspraken willen nakomen, omdat ze een betrouwbare overheid willen zijn.” Bron: Gfactueel #ETS-2 #groengasplicht #bijmengverplichting #glastuinbouw #CO2heffing #energiebelasting #compensatie #klimaatdoelen #energiekosten #heffingen #emissieregeling