Organisationsentwicklung

Wir unterstützen Unternehmen bei der Entwicklung ihrer Organisation, um Wachstum, Effizienz und Agilität zu fördern.

Durch strategische Beratung, Prozessoptimierung und Change Management stellen wir sicher, dass sich Ihre Organisation erfolgreich an neue Herausforderungen anpasst.

Unser Ansatz

Analyse, Strategie und Optimierung

Beteiligung

Transparenz

Sachverstand

Ergebnisorientiert

01

Analyse und Zielsetzung

Wir beginnen mit einer gründlichen Analyse Ihrer aktuellen Organisation und Prozesse. Gemeinsam mit Ihnen legen wir die Ziele für die Organisationsentwicklung fest, um uns auf die richtigen Verbesserungen zu konzentrieren.


02

Strategie und Umsetzung

Basierend auf der Analyse entwickeln wir eine Strategie, die mit der Vision Ihres Unternehmens übereinstimmt. Wir begleiten die Implementierung neuer Strukturen, Prozesse und kultureller Elemente, die zu Effizienz und Erfolg beitragen.


03

Überwachung und Optimierung

Wir bleiben in den Fortschritt der Organisationsentwicklung eingebunden, überwachen die Wirksamkeit von Änderungen und passen die Strategie bei Bedarf an, um kontinuierliche Verbesserungen und nachhaltige Ergebnisse sicherzustellen.


Jos Biesheuvel

Klare Zahlen, starke Belege

Bei jedem Schritt hatte ich das Gefühl, blind zu investieren, bis Elsman mir zeigte, was wirklich hinter den Zahlen steckte. Ihre Szenarioanalysen und Finanzsimulationen verschafften mir nicht nur eine Finanzierung, sondern auch ein beruhigendes Gefühl.

Von der jährlichen Beschwerde zum Wachstumsplan

Elsman kümmerte sich um alle unsere finanziellen Probleme und verwandelte unsere Rohdaten in klare Chancen. Dank ihrer strategischen Erkenntnisse konnten wir unsere Investitionen fortsetzen. Unsere Produktion stieg um 30 %, und die finanzielle Stabilität kehrte zurück.

Karin van der Eijk

VDE Plant / Intenz

Fälle

Sie gingen vor dir

11. Dezember 2025
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) laat opnieuw prijsonderzoek doen in de voedselketen. Nu kijkt ACM naar meer producten om te onderzoeken of conclusies voor tomatentelers ook gelden voor andere glasgroenten, of voor zowel appels als peren. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) heeft ACM gevraagd opnieuw onderzoek te doen naar de prijsvorming in de keten via de Agro-Nutri Monitor. Dat besluit viel al voor de zomer en staat los van mogelijk onderzoek na verwijten van misbruik van marktmacht door tenderinkoop eerder deze maand. In 2025 kwam de vierde versie van de Agro-Nutri Monitor uit. Wageningen Social & Economic Research (WSER) en Geelen Consultancy voeren ook dit vijfde onderzoek uit. Wordt verduurzaming terugverdiend? Het ministerie van LVVN besloot met ACM naar meer producten te kijken. Daarbij kijken de onderzoekers of de conclusies voor tomatentelers ook gelden voor andere glasgroentenproducten als komkommer, paprika en aubergine. Dat zegt onderzoeksleider Frank Bunte van WSER. “De primaire vraag van het ministerie is: worden kosten voor verduurzaming terugverdiend? We kijken naar de hele keten. De kernvraag is: zijn boeren en tuinders in staat terug te verdienen. En de vraag ‘bij wie komt de eventuele meerwaarde wel terug?’, komt daarbij.” De onderzoekers kijken komend jaar dus naar meer producten: melk, varkens (vleesvarkens en/of zeugen), tafelaardappelen, fritesaardappelen, appels en peren. Bij glasgroenten gaat het om tomaten, paprika’s, komkommers, courgettes, aubergines en overige groenten en fruit onder glas. Daarnaast doen ook vollegrondsgroenten, met name sperziebonen, rode kool en wortelen mee, zowel vers als verwerkt. Bij vollegrondsgroente wil het ministerie meer weten van de verwerkingsketen. Grote enquête Deze week krijgen 11.000 bedrijven een enquête toegestuurd. Volgens Bunte zitten daar ook vragen aan vast over de wijze van inkoop door supermarkten. Dat gaat dus ook over tenderen, waar LTO en GroentenFruit Huis zich tegen afzetten. WSER gaat de ervaringen ophalen. Dat betekent niet dat voor alle producten uitgebreide margeberekeningen gedaan worden. Daarvoor blijft per productgroep één product als model voor andere gelden, bijvoorbeeld tomaten. Bron: Gfactueel #prijsonderzoek #tomatentelers #glasgroenten #ACM #AgroNutriMonitor #verduurzaming
4. Dezember 2025
Ruim tweede derde van de Nederlandse ondernemers wil binnen tien jaar wil stoppen met het bedrijf, maar heeft de opvolging nog niet geregeld. Ruim een op vijf (22%) heeft geen concrete plannen voor bedrijfsopvolging. Een iets kleiner deel (20%) is wel op zoek, maar heeft nog geen opvolger in beeld. Dat blijkt uit de Sectorprognoses 2026-2027 van ABN AMRO. Bijna 13 procent van de ondernemers is 65-plusser, tegenover 7 procent in 2010. In sectoren met relatief veel oudere ondernemers – zoals landbouw, retail en industrie – neemt het risico van waardeverlies toe. Ook in sectoren waar familiebedrijven domineren – zoals horeca en autohandel – vergroot het niet tijdig starten met opvolgingsplannen de kans op bedrijfsbeëindiging en verlies van kennis, banen en kapitaal. 30 procent toegevoegde waarde Deze 300.000 familiebedrijven zijn goed voor ruim 30 procent van alle banen in Nederland en voor bijna 30 procent van de toegevoegde waarde van het (niet-financiële) bedrijfsleven. Een drempel voor tijdige opvolging is moeite die ondernemers hebben met het vaststellen van de bedrijfswaarde, het doorgronden van juridische en fiscale regels. Daarnaast hebben ondernemers moeite om hun bedrijf los te laten, wat de opvolging extra complex maakt, bericht ABN AMRO. Andere vormen van opvolging Hoewel overdracht in de familie nog veel voorkomt, hebben jonge generaties minder vaak trek in de overname. Daarom kijken ondernemers vaker naar andere vormen van opvolging, zoals een management buy-out of buy-in, een employee buy-out of verkoop aan strategische kopers. Ondanks de uitdagingen zijn de vooruitzichten volgens ABN AMRO voor veel sectoren positief, mits ondernemers op tijd maatregelen nemen. De bank wijst erop dat een gefaseerde overdracht een manier om de overdracht soepeler te laten verlopen en financiële risico’s beperken. Zo’n overgangsfase kan bijvoorbeeld helpen om de effecten van verslechterende economische omstandigheden te reduceren en kopers in staat te stellen de overname stapsgewijs te financieren. Ook biedt zo’n gefaseerde overdracht medewerkers en klanten vertrouwen, omdat de ondernemer tijdelijk betrokken blijft. Bron: Financieel Management #opvolging #overname #bedrijfswaarde #Elsmanconsultants #overdracht
27. November 2025
De randvoorwaarden voor de energietransitie van de glastuinbouw zijn niet op orde. Dat erkent het kabinet in een actieplan dat het naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Daarin staat onder andere het voornemen om steun te geven bij de risicovolle investering in aardwarmte in plaats van alleen de exploitatie te steunen. De glastuinbouw mag in 2030 nog maar 4,3 megaton CO2 uitstoten. Dat lukt alleen als de randvoorwaarden op orde zijn: voldoende duurzame warmte, ruimte op het stroomnet en genoeg externe CO2. Maar op die punten, waar tuinders geen invloed op hebben, loopt het vast. Het actieplan dat het kabinet naar de Kamer stuurde is in feite een grote inventarisatie van wat er moet gebeuren om de energietransitie in de glastuinbouw te laten slagen. De ambitie is minder optimistisch dan eerdere kabinetten lieten klinken. Er zijn veel hobbels op de weg en de tijd tot 2030 is kort. Veel maatregelen hebben pas na 2030 effect. De winst is vooral dat er erkenning is voor de obstakels waar de sector zelf al jaren voor waarschuwt. Toch is er ook hoop: de sector krijgt meer regie, wordt meer betrokken bij beleid en er komt mogelijk extra geld beschikbaar uit het klimaatfonds. Aardwarmte gaat te traag Aardwarmte is een van de belangrijkste duurzame warmtebronnen voor de sector. In 2030 moet er 15 petajoule aardwarmte worden geleverd aan de glastuinbouw. TNO schat echter dat de teller op 11 PJ zal blijven steken. Dat komt vooral door stroperige vergunningen, risico’s die moeilijk te verzekeren zijn, en een mijnbouwwetgeving die proefboringen pas in een laat stadium van het traject toestaat, waardoor financiers pas laat zekerheid krijgen over het ondergrondse risico. Dat remt investeerders, vergroot de onzekerheid en vertraagt bijna elk project. Meer geld voor warmtenetten Volgens het actieplan moet er meer geld komen voor de aanleg van warmtenetten via de SWIG-regeling (Subsidieregeling Warmte-Infrastructuur Glastuinbouw). De huidige €300 miljoen is niet genoeg om alle projecten op gang te krijgen. Het vergunningtraject wordt opnieuw ontworpen, zodat parallelle procedures mogelijk zijn. Daarmee zouden vergunningen in 18 tot 27 maanden klaar moeten zijn. Verder moet er meer duidelijkheid komen over de criteria waarmee SodM de risico’s op aardbevingen beoordeelt. De onduidelijkheid die er is maakt het onmogelijk om een solide businesscase te bouwen. Ondiepe geothermie tussen 500 en 1500 meter kan goedkoper worden als de regels worden versoepeld. Mogelijk komt er een nieuwe opzet voor de subsidie, waarbij niet alleen de exploitatie, maar ook een deel van de investering (CAPEX) wordt ondersteund. Dat zou vooral in de risicovolle beginfase verschil maken. Of dit iets gaat versnellen is nog maar de vraag. De maatregelen richten zich vooral op het voorkomen van verdere vertraging. Externe CO2 valt weg Minstens zo problematisch is de beschikbaarheid van CO2 uit andere bronnen. De sector gebruikt nu jaarlijks 0,6 tot 0,7 Mton. Met de verduurzaming neemt de vraag juist toe, omdat wkk’s minder draaien. Voor 2030 rekent het convenant op minimaal 2 Mton externe CO2. Maar het aanbod dreigt juist grotendeels weg te vallen. Vanaf 2026 levert Shell geen CO2 meer aan Ocap, omdat het bedrijf kiest voor opslag bij Porthos. Dat scheelt 0,3 Mton per jaar. Afvalverwerkers (AVI) en andere potentiële CO2-leveranciers twijfelen door wisselend CO2-beleid, veranderingen in de nationale heffing en onduidelijkheid over levering aan de glastuinbouw. De zogeheten bioswap – het administratief ’verrekenen’ van fossiele en biogene CO2 – blijkt juridisch niet toegestaan. Juist deze regeling was voor AVI’s een belangrijke reden om aan de glastuinbouw te leveren. CO2-prijzen omhoog? Het kabinet stelt voor om de SDE++ flexibeler te maken, zodat het aantrekkelijker wordt om CO2 in de richting van tuinders te sturen. De beschikbaarheid van biogene CO2 uit vergisters en groen gas moet worden versneld. En het toepassen van Direct Air Capture (DAC) moet worden gestimuleerd, al is dat pas na 2030 relevant. De overheid wil jaarlijks de volumes en prijzen van CO2 gaan monitoren, omdat het mogelijk schaarser en veel duurder gaat worden. Het kabinet is vrij somber over CO2: de beschikbaarheid gaat eerder omlaag dan omhoog. Zonder actie komt het emissiedoel van 4,3 Mton zwaar onder druk te staan. Netcongestie Het derde grote knelpunt is het stroomnet. Elektrificatie zou aantrekkelijker moeten worden vanwege de hogere gasprijzen en CO2-beprijzing. Maar in veel regio’s komt het net vol te zitten. Uit de inventarisatie van Glastuinbouw Nederland blijkt dat ongeveer 65% van de bedrijven zit op een locatie waar tot 2030 geen zwaardere aansluiting mogelijk is. Dat raakt bijna alle moderniseringsplannen: warmtepompen, e-boilers, elektrische boren voor geothermie, batterijopslag en zelfs basisbedrijfsgroei. De maatregelen in het actieplan Het kabinet wil een sectorale aanpak binnen het Landelijk Actieprogramma Netcongestie. Het doel is om beter inzicht te krijgen in de capaciteit, betere afspraken te maken met netbeheerders en sneller kunnen schakelen als er lokaal iets mogelijk blijkt. Verder worden energiehubs gestimuleerd. Dat zijn gesloten clusters die intern vermogen verdelen en pieken opvangen. De sector zelf pleit ervoor dat bedrijven die het net helpen balanceren, bijvoorbeeld via WKK-flex, prioriteit krijgen bij netuitbreidingen. Ook zou meer gebruik moeten worden gemaakt van de FLEX-E-subsidie voor flexibiliteitsprojecten achter de meter. Hier is de conclusie voorzichtig: het actieplan kan vertraging helpen vermijden, maar echte versnelling voor 2030 is onzeker. Bron: Gfactueel #glastuinbouw #CO@ #energie #klimaat #vergunningen #aardwarmte
20. November 2025
WKK blijft belangrijk, energiekosten stijgen fors door nieuw beleid Het belang van de gasmotor-warmtekrachtinstallatie (WKK) in de glastuinbouw blijft in 2025 relatief sterk, ondanks de aanhoudende stijging van energiekosten en de verdere afbouw van fiscale voordelen. De WKK blijft concurrerend ten opzichte van afzonderlijke productie van ketelwarmte en inkoop van elektriciteit, delen S. Schlatmann en J. Larrivee van BlueTerra bij Glastuinbouw Nederland in een najaarsupdate van de WKK Barometer. Dit komt doordat de energiekosten voor ondernemers fors toenemen door: het stapsgewijs afschaffen van het verlaagde tarief voor tuinbouw, de afbouw van de aardgasvrijstelling en de introductie van een CO₂-heffing. Vanaf 2027 zorgen nieuwe beleidsmaatregelen, zoals ETS-2 en de bijmengverplichting voor groen gas, samen met onzekere compensatieregelingen, voor extra kosten en onzekerheid. Leveringszekerheid onder druk Netbeheerder TenneT waarschuwt dat vanaf 2033 de norm voor leveringszekerheid op het elektriciteitsnet mogelijk wordt overschreden. Door de afbouw van kolencentrales en het teruglopende fossiele vermogen, neemt de afhankelijkheid van flexibele bronnen zoals WKK toe. Tegelijkertijd groeit het aandeel duurzame energie, wat leidt tot grotere prijsschommelingen en meer behoefte aan regelbaar vermogen. Mocht door marktomstandigheden en/of beleidsomstandigheden de WKK veel minder rendabel worden, dan zal het WKK-vermogen afnemen, en daarmee komt de leveringszekerheid verder onder druk komen te staan. WKK Barometer: verschuiving in inzet en draaiuren De inzet van WKK verschuift steeds meer naar uren met hoge elektriciteitsprijzen, zoals de ochtend, avond, nacht en weekenden. Bij lage zon- en windproductie blijft de WKK essentieel voor het balanceren van het net. Richting 2030 verschuift de warmtereferentie naar een combinatie van WKK en warmtepomp, waarbij de WKK vooral draait tijdens piekuren en de warmtepomp bij lage prijzen. Rentabilteit 2028-2033: uitdagingen en kansen 2028: De rentabiliteit van netleverende WKK blijft sterk, ondanks stijgende aardgasprijzen. De kostprijs van warmte uit ketels stijgt harder dan die van WKK-warmte. De rol van WKK in het elektriciteitsnet groeit door de toenemende vraag naar nood- en regelvermogen. 2030: De vollasturen van netleverende WKK nemen verder af tot onder de 2.500-3.000 uur. Door meer wind- en zonne-energie verschuift de inzet naar ongebruikelijke uren, wat de benutting van warmte en CO₂ lastiger maakt. 2033: De concurrentie van warmtepompen en andere duurzame bronnen neemt toe. In 2033 daalt het aantal vollasturen tot circa 2.000-2.200. Hoge energiebelastingen, stijgende netkosten en extra heffingen op aardgasgebruik zorgen voor oplopende elektriciteitskosten. Dit roept de vraag op of belichting in de toekomst nog betaalbaar blijft, of dat vaker gekozen zal worden voor flexibele of zelfs geen belichting. Beleid en onzekerheden Vanwege de huidige onzekerheden is in deze WKK barometer geen doorrekening van het voorgenomen beleid inclusief compensatiemaatregelen opgenomen. De glastuinbouwsector wacht op verdere duidelijkheid over de uiteindelijke beleidsinvulling en impact. WKK blijft belangrijk De WKK blijft nog minstens 10 jaar een belangrijke rol spelen in de glastuinbouw. De rentabiliteit staat onder druk door stijgende belastingen en beleidsmaatregelen. Voor ondernemers betekent dit een forse stijging van de energiekosten en een groeiende noodzaak om te investeren in flexibiliteit en duurzame alternatieven. Financiering en coördinatie Dit project is uitgevoerd door BlueTerra. Het is gefinancierd en gecoördineerd door Kas als Energiebron, een innovatieprogramma van het ministerie van LVVN en Glastuinbouw Nederland. Het project is mede mogelijk gemaakt door Kennis in je Kas (KijK). Bron: Glastuinbouw Nederland #WKK #energiekosten #glastuinbouw #tuinbouw #CO2heffing #ETS2 #bijmengverplichting #warmte
13. November 2025
De Eerste Kamer heeft de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) aangenomen. Uitzendbureaus en andere bedrijven die werknemers uitlenen mogen dit vanaf 2027 alleen als ze daarvoor een vergunning hebben. De Wtta maakt een einde aan bijna 30 jaar vrijheid op de markt van arbeidsbemiddeling. Het afschaffen van de vergunningsplicht werd voorbereid en doorgevoerd onder de paarse kabinetten van Wim Kok. Deze deregulering had echter ook al snel tot gevolg dat vele duizenden bureautjes op niet altijd even betrouwbare manier de markt voor flexibele arbeid in de tuinbouw overspoelden. De wet die nu is aangenomen moet zorgen voor betere bescherming van werknemers en in het bijzonder voor arbeidsmigranten. Dit kwam in de coronajaren pas goed op de politieke agenda toen kabinet-Rutte III Emile Roemer op pad stuurde met het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten. Gelijk speelveld voor werkgevers De Wtta moet eveneens leiden tot eerlijke concurrentie tussen bedrijven, zowel de uitleners als de inleners. Tuinbouwbedrijven hebben van meet af aan geklaagd over het ongelijke speelveld dat ontstond doordat collega-telers het er wél op waagden om met verdacht goedkope uitzenders. Zowel de uitzendorganisaties als de boeren- en tuindersorganisaties zijn dan ook blij met het weer reguleren van de uitzendsector. Wel wordt verwacht dat mede door deze wet de kosten voor arbeid omhoog gaan. Kort na de eeuwwisseling schatte LTO Nederland het aantal malafide uitzendbureaus al op zo’n 10.000. Om het kaf van het koren te kunnen onderscheiden, kwam de RIA-lijst, een register van vrijwillig gecertificeerde arbeidsbemiddelaars. Die vrijwillige keurmerken, zoals SNA van Stichting Normering Arbeid, hebben er niet voor kunnen zorgen dat misstanden bij niet-gecertificeerde uitzenders tot het verleden zijn gaan behoren. Nederlandse Autoriteit Uitleenmarkt De uitvoering van de Wtta komt in handen van de Nederlandse Autoriteit Uitleenmarkt. De NAU beslist over de toelating van uitleners. Ook verzamelt de autoriteit signalen uit de markt en adviseert over verbeteringen. Daarnaast wijst NAU de inspectie-instellingen aan die controleren of uitleners voldoen aan alle wet- en regelgeving. NAU start vanaf 2026 met de eerste werkzaamheden, zoals het aanwijzen van inspectie-instellingen en het openen van het aanmeldloket voor uitleners. Bron: Gfactueel #Wtta #Uitzendsector #Arbeidsmigranten #BeschermingWerknemers #Gelijkspeelveld #Tuinbouw #Glastuinbouw
6. November 2025
Pas na 2030 wil de Nederlandse overheid het verlaagd energietarief voor de glastuinbouw echt af gaan bouwen. Dat blijkt uit een onlangs verschenen rapport met een afbouwplan voor fossiele subsidies. Het verlaagd tarief voor energiebelasting geldt als compensatie voor invoering van ETS2 en de bijmengverplichting voor groen gas. Hierdoor zouden de kosten dusdanig hard stijgen dat de sector niet meer zou kunnen verduurzamen. Daags na verschijning van het rapport is duidelijk geworden dat invoering van ETS2 in de Europese Unie met een jaar wordt uitgesteld tot 2028. Daarmee is er meer tijd om een goede compensatieregeling uit te werken voor stijgende kosten, of naar alternatief beleid te kijken. Het verlaagd tarief voor glastuinders in Nederland zou eerst vóór 2030 al afgebouwd worden. De Nederlandse overheid wil het verlaagd energietarief voor de glastuinbouw nu tot 2030 'grotendeels in stand houden', om daarna richting 2035 af te bouwen. "Met de afbouw van de verlaagde tarieven wordt de energietransitie in de glastuinbouw gestimuleerd", zo staat in het rapport. "Met de maatregel worden meer duurzame technieken aantrekkelijk. Voor de warmtevraag van kassen gaat het hierbij met name om de aansluiting op een warmtenet (gevoed op basis van restwarmte of geothermie), de toepassing van aquathermie, warmtepomp en e-boiler. De geleidelijke afbouw zorgt ervoor dat ondernemers in de glastuinbouwsector tijd krijgen om in hun bedrijfsvoering om te schakelen." Extra maatregelen staan ter discussie Nederlandse glastuinbouwbedrijven kunnen aanspraak maken op verlaagde tarieven voor het gebruik van aardgas tot 1 miljoen m³ als het aardgas wordt gebruikt voor verwarming ter bevordering van het groeiproces van tuinbouwproducten. Naast het uitfaseren van het verlaagde energiebelasting tarief, wordt het aardgasverbruik in de glastuinbouwsector ook beprijsd via ETS-2 vanaf 2027. Dit vervangt het nationale glastuinbouw CO2-heffingssysteem. De sector wordt gecompenseerd voor de ETS2-kosten tot de hoogte van het nieuwe tarief voor de CO2-heffing dat nodig is om het 2030 restemissiedoel van de sector (4,3 megaton) met voldoende zekerheid te halen. Over die 'voldoende zekerheid' verschillen de sector en de overheid van mening. Glastuinbouw Nederland wijst op het convenant dat met de overheid is gesproken. Alle daarin opgenomen afspraken zouden genoeg zijn om het doel te halen. De overheid besloot echter extra maatregelen te nemen, al schuift invoering daarvan nu wel op. Nederland voortrekkersrol Nederland heeft in 2023 het initiatief genomen om een kopgroep van landen te vormen: de 'Coalition on Phasing Out Fossil Fuel Incentives Including Subsidies (COFFIS). In deze coalitie zijn gezamenlijk afspraken gemaakt over het geven van transparantie over fossiele brandstofsubsidies en het uitfaseren ervan. In het 'Joint Ministerial Statement on Fossil Fuel Subsidies', het basisdocument van COFFIS, committeren de leden zich aan het publiceren van een nationaal uitfaseerplan. Afgesproken is dat dit twee jaar na toetreding gepubliceerd wordt door elk land. Bron: Groentennieuws.nl ##glastuinbouw #energietransitie #fossielesubsidies #energiebeleid #ETS2 #CO2reductie #duurzameenergie #warmtenetten #geothermie #eerlijkeprijs #Nederland