BASIS voor DUITSE blog

De toekomstige levering van CO2 aan de glastuinbouw is nog steeds onzeker. Gewijzigde wet- en regelgeving maakt levering gecompliceerd. Demissionair minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei ziet weinig mogelijkheden om dit te veranderen.

Dat bleek woensdag bij een commissiedebat in de Tweede Kamer. BBB-Kamerlid Henk Vermeer bracht het onderwerp ter sprake dat de sector al jaren bezighoudt: subsidieregelingen, CO2-beprijzing en administratieve rompslomp maken ondergrondse CO2-opslag voor leveranciers aantrekkelijker dan levering aan glastuinders. Dat brengt de verduurzamingsdoelen van de glastuinbouw buiten bereik en zet het voortbestaan van tientallen duurzame projecten en samenwerkingsverbanden op de helling.


Dat bedrijven zoals Shell door de regelingen wegvallen als grote CO2-leverancier, was al bekend. Afvalverbrandingsinstallaties (AVI's) die hun CO2-uitstoot afvangen, worden al lange tijd gezien als een logische vervanger en als uitbreiding van de levering. Het idee van hergebruik van CO2 past ook goed in de kringloopgedachte waarbij bovendien tweederde van de CO2 biogeen is. Deze bedrijven zijn al jaren bezig met voorbereidingen. Daarin is door zowel de glastuinbouwsector als de AVI's tijd en geld in geïnvesteerd.


Subsidie

De AVI's zetten nu toch in op ondergrondse opslag. Dat heeft onder meer te maken met de CO2-heffing die ze kunnen vermijden en de subsidie die zij kunnen krijgen voor de afvang en opslag van CO2 via de regeling SDE++. Hun aanvraag of heraanvraag voor deze subsidie moet uiterlijk 7 oktober zijn ingediend. De AVI's nemen binnen enkele weken een besluit over deelname aan deze regeling. Als zij deze subsidie krijgen toegewezen, is er geen weg terug naar levering aan de glastuinbouw.


Het leveren van een deel van de CO2 aan de glastuinbouw en een deel aan de opslag werd aanvankelijk door de AVI's wel als interessante optie gezien, maar dat is gecompliceerd. AVI's hebben te maken met een gemixte CO2-stroom. Een derde deel is fossiel (grijs) en twee derde is biogeen (groen). Over biogene CO2 hoeven bedrijven geen heffing of emissierechten te betalen. Op fossiele CO2 staat wel een prijs.


Het idee was dat AVI's administratief de groene en grijze CO2 scheiden en de groene variant leveren aan glastuinders. De Nederlandse Energieautoriteit (NEa) was hier aanvankelijk positief over, maar stelt nu dat CO2-toedeling niet meer past binnen de aangepaste Europese wet- en regelgeving. Het komt erop neer dat dan over de fossiele CO2 voor de tuinbouw een CO2-heffing moet worden betaald. Dat bedrag is nu zo'n 300 euro per ton.


Administratieve wijziging

Vermeer pleit voor het mogelijk maken van een administratieve verrekening net zoals met groene stroom waardoor leveranciers een scheiding kunnen maken tussen de CO2 die ze leveren aan de glastuinbouw en de CO2 die wordt opgeslagen. Hermans verwijst hiervoor naar de NEa die zegt hiervoor geen mogelijkheid te zien. Na overleg met belanghebbenden voert de NEa nog een extra juridische controle uit om zekerheid te krijgen over de mogelijkheden.


Als die juridische verkenning niets oplevert, ziet de minister nog twee opties. 'Als de verrekening niet kan, dan moeten we kijken naar alternatieven en eventueel vragen stellen in Brussel.'

Zonder CO2-levering door externe partijen moet de sector op zoek naar andere CO2-bronnen. Glastuinbouw Nederland ziet die grotere volumes op kortere termijn niet uit andere bronnen komen. Dat betekent dat eerder wordt teruggegrepen op wkk-installaties die draaien op fossiele brandstoffen. Daarmee zet de sector een stap terug in de verduurzaming en raken de klimaatdoelen voor de sector uit beeld. Glastuinbouw Nederland gaat volgende week in overleg met de overheid om gezien de grote tijdsdruk tot een oplossing te komen.


Bron: Nieuwe Oogst



#glastuinbouw #CO2 #energietransitie #duurzaamheid #kringloopeconomie #klimaatdoelen #energiebeleid #subsidies #circulaireeconomie #klimaatbeleid #innovatie #samenwerking


door Belinda Zalm 4 september 2025
De toekomstige levering van CO2 aan de glastuinbouw is nog steeds onzeker. Gewijzigde wet- en regelgeving maakt levering gecompliceerd. Demissionair minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei ziet weinig mogelijkheden om dit te veranderen.
Bekijk meer
door Belinda Zalm 4 september 2025
De toekomstige levering van CO2 aan de glastuinbouw is nog steeds onzeker. Gewijzigde wet- en regelgeving maakt levering gecompliceerd. Demissionair minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei ziet weinig mogelijkheden om dit te veranderen.
door Belinda Zalm 28 augustus 2025
Nederlandse boeren en tuinders zijn te klein én al te geavanceerd om grote stappen te kunnen maken met AI. Op mondiale schaal zijn het eerder de kleine bedrijven in bijvoorbeeld India die profiteren van AI, óf de hele grote bedrijven die veel meer hectares hebben dan ze op conventionele manier optimaal zouden kunnen managen. Tot die conclusie kwam het gisteren op een studiebijeenkomst van de Agri-AI Business Club in Wageningen. Anders dan bij voorgaande technologische revoluties in de land- en tuinbouw, die de vooraf al betere bedrijven een alleen nog maar grotere voorsprong gaven, kan de AI-revolutie juist het gat tussen de voorlopers en de achterblijvers kleiner maken. Feroz Sheikh, Chief Information and Data Officer van gewasbeschermings- en veredelingsbedrijf Syngenta, maakte dat inzichtelijk met de door Syngenta ontwikkelde app Cropwise. Miljoenenbereik AI-advies-app Deze gratis app voor iedereen met een smartphone heeft onder kleine akkerbouwers en groentetelers in India al een miljoenenbereik – wat ook niet zo moeilijk is gezien het duizelingwekkend aantal van meer dan 100 miljoen boeren in dit land met bijna 1,5 miljard inwoners. Elke teelttechnische vraag kan ingetikt of ingesproken worden in meer dan tien van de officieel in India gesproken talen, met eventueel foto’s van het gewas of van een plaag erbij. En de boer krijgt uiteraard ook weer in de eigen taal antwoord. “We hebben de app gebouwd als een neutrale AI-adviseur. Dus het antwoord zal niet per se een Syngenta-product adviseren”, zegt Sheikh. Ook in Nederland kunnen juist de kleinere bedrijven, waar een enkele ondernemer alleen zijn talrijke dagelijkse beslissingen moet nemen, extra geholpen zijn met dergelijke hulpmiddelen, schetst Aalt Dijkhuizen. Mits uiteraard ze goed zijn voorzien van accurate en actuele data rond teelt, weer en meer. De gewezen bestuursvoorzitter van Wageningen UR is samen met Cynthia Zhu, initiatiefnemer van de Agri-AI Business Club. Collectief naar schaalgrootte voor AI-voordelen Aan de andere kant van het spectrum staan zeer grote teeltbedrijven, die kunnen investeren in AI en ook genoeg omvang en data hebben om die AI-investering volop te laten renderen. Het teeltareaal dat nodig is om het verschil te maken, komt neer op alle akkerbouw in de provincie Flevoland, zegt Corné Kempenaar van de BO Akkerbouw. Een dergelijke hoeveelheid data verzamelen vereist een collectieve actie. En dat weer vereist vertrouwen in zorgvuldige opslag van en toegang tot die data dan tot nu toe aanwezig lijkt bij de individuele boeren en tuinders in Nederland. Kempenaar verwacht dat de nieuwe EU-regelgeving rond databescherming en de in december 2024 gelanceerde Nederlandse gedragscode voor datagebruik in agrifood dat vertrouwen een duwtje de goede richting in kan geven. Dat tot nu toe de inzet van AI op bedrijven voornamelijk beperkt blijft tot losstaande applicaties, zou een zorg moeten zijn voor álle boeren en tuinders. Daarom ziet Kempenaar een rol weggelegd voor juist een collectief werkende brancheorganisatie als BO Akkerbouw om tot meer samenhang te komen in de manier waarop AI in de Nederlandse agrarische ketens van veredeling tot en met afzet kan worden ingezet. Ogen op VS en China Aalt Dijkhuizen waarschuwt eveneens voor de achterstand die Nederland en Europa al oplopen bij de ontwikkeling van AI. “In losse toepassingen doen we wel het nodige. Maar in de ontwikkeling van AI-techniek is Amerika nummer 1 en China nummer 2. Europa ligt daar ver op achter.” Met leden van de business club, waaronder bedrijven in zaadveredeling, mechanisatie en afzet, is niet voor niets een studiereis naar China in voorbereiding. Bron: Gfactueel #AI #land- en tuinbouw #adviesapp #Cropwise #teeltbedrijven #databescherming
door Belinda Zalm 21 augustus 2025
De prijzen van vruchtgroenten (tomaat, komkommer, paprika) bereiken dit jaar niet het vijfjarige gemiddelde, maar zijn bij de meeste bedrijven wel voldoende voor dekking van de kosten. Dat heeft echter zeker nog niet geleid tot een opleving van de kassenbouw in Nederland, concludeert Rabobank. In een update. In andere gewassen zijn de prijzen beter. Vooral de prijsvorming van appels en peren was afgelopen seizoen goed aldus de bankanalisten. De productieniveaus in de boomgaard staan hier wel onder druk. Vergeleken met het vorige kwartaal lijkt vooral de berichtgeving uit de glasgroentesector nu iets gematigder. De gemiddelde prijs voor tomaat, paprika en komkommer ligt onder het niveau van 2024. Er lijken wel minder virusproblemen voor te komen in de teelt, doordat tomatenkwekers zijn overgeschakeld naar resistente rassen. Daarnaast hebben veel telers ook de wortelproblemen bij paprika overwonnen. De prijs van snijbloemen is op een goed niveau gebleven. Wel bleef het aanbod dit voorjaar wat achter. Dit is vooral het gevolg van een lagere aanvoer van tulpen door minder beschikbare bollen. De prijzen en aanvoervolumes van potplanten zijn redelijk stabiel gebleven. Nog steeds liggen daarbij de prijzen voor bladplanten in het standaardsegment onder de kostprijs. De totale exportwaarde van snijbloemen en potplanten in het eerste halfjaar van 2025 steeg volgens gegevens van Floridata met zo'n 2,7% ten opzichte van een jaar eerder. In de bloembollenteelt is de tulpenoogst goed en zijn de voorverkoopprijzen voor tulpenbollen ook weer bemoedigend. Tot en met juli 2025 zijn de groeicondities voor lelies prima. De pioenenoogst was goed, maar afhankelijk van de verkoopwijze van telers zijn er grote verschillen in resultaat. De telers met vaste contracten hadden veel minder last van prijsdruk. De markten voor narcis en calla staan wat onder druk. Kassenbouw in Nederland blijft nog op laag niveau Voor de Nederlandse toeleveringsbedrijven in de kassenbouw is de hele wereld afzetgebied. Dit bleek maar weer eens tijdens de GreenTech, de jaarlijkse beurs voor tuinbouwtechnologie in Amsterdam afgelopen juni. Daar kregen veel internationale delegaties allerlei programma's voorgeschoteld en meldden ze zich met veel enthousiasme bij de stands van de Nederlandse kassenbouwers en aanverwante bedrijven. Uit gesprekken met kassenbouwers en hun branche-organisatie (AVAG) blijkt altijd dat het van cruciaal belang is dat ook in Nederland nieuwbouwprojecten van de grond blijven komen. Zo kunnen nieuwe ontwikkelingen dicht bij de hoofdlocaties en kenniscentra van de Nederlandse kassenbouw worden getest en getoond. Toch is een sterke verbetering van de situatie in Nederland nog niet in zicht, constateert de bank als men kijkt naar de CBS-cijfers over orders, de orderportefeuille en de daadwerkelijk uitgevoerde projecten. De gemiddelde ontvangen Nederlandse orders bedroegen in de tien jaar van deze analyse 77,5 miljoen euro. De ontvangen orders (uit Nederland) liggen na het topjaar 2020 met 151 miljoen euro in de periode 2022-2024 onder het 10-jaars gemiddelde. Daarbij moeten we ook nog rekening houden met een aantal jaren met stevige inflatie, waardoor de oppervlakte die wordt gebouwd voor hetzelfde bedrag fors is gedaald. De kleine stijging in ontvangen (Nederlandse) orders van 53 miljoen euro in 2023 naar 68 miljoen euro in 2024 is een lichtpuntje, maar van een grote opleving is nog geen sprake. Snijbloemen uit Kenia steeds vaker niet meer via Nederland Nederland speelt wereldwijd nog steeds een belangrijke rol in het samenstellen van een groot assortiment snijbloemen. Vele Europese landen en landen op andere continenten transporteren snijbloemen via luchtvracht en soms zeevracht naar Nederland. Hier worden de bloemen dan samengevoegd met de Nederlandse productie om te komen tot een divers assortiment van monoboeketten en gemengde bloemstukken. Vooral Kenia en Ethiopië richtten zich voor de coronapandemie – wat betreft snijbloemen - nog hoofdzakelijk op de snijroos. Daarnaast hadden al veel leveranciers van uitgangsmateriaal voor chrysanten, perkplanten en diverse potplanten een vestiging in Oost-Afrika om te profiteren van een jaarrond gelijkmatige lichthoeveelheid en relatief goedkope arbeidskrachten voor de arbeidsintensieve werkzaamheden. Tijdens de coronapandemie is in Kenia echter het besef gegroeid dat de afhankelijkheid van één logistieke route naar de markt voor snijbloemen de gehele sector kwetsbaar maakt. Vandaar dat de bloemensector in Kenia (en Ethiopië) initiatieven ontplooit om de export over meer landen te verdelen. De exportwaarde van snijbloemen uit Kenia naar deze groep landen bleef stabiel op 440 miljoen Amerikaanse dollar. De exportwaarde van snijbloemen uit Kenia naar overige landen steeg in deze vier jaren van 142 miljoen naar 223 miljoen dollar. Kenia heeft in deze periode dus nieuwe logistieke routes aangeboord naar het Midden-Oosten en Kazachstan voor het alsmaar grotere aanbod van snijbloemen. Bron: Rabobank #vruchtgroenten #afzetgebied #kassenbouw #glasgroentesector #glastuinbouw
Bekijk meer